HB
Hoogbegaafdheid
Strikt
genomen hebben kinderen die hoogbegaafd zijn, een IQ van 130 of
hoger. Maar hoogbegaafdheid heeft ook te maken met de aanleg om tot
uitzonderlijke prestaties te komen. Het gaat dus om een bijzondere manier van
denken en van doen. Persoonlijkheid, creativiteit en doorzettingsvermogen
spelen ook een belangrijke rol. Hoogbegaafdheid is voor een groot deel erfelijk,
maar ook ouders die niet hoogbegaafd zijn, kunnen hoogbegaafde kinderen
krijgen.
Ongeveer
2,5 procent van de bevolking is hoogbegaafd. In Nederland komt dat neer op
ongeveer 430.000 hoogbegaafde mensen. Hoogbegaafdheid kan worden
vastgesteld met behulp van een IQ-test. Bij kinderen
wordt hiervoor vaak de wisc-iii
afgenomen. Vanaf een score van 130 spreekt men van hoogbegaafdheid. Maar er
zijn ook andere theorieën die kijken naar het ontwikkelingspotentieel
(psychomotorisch, zintuiglijk, intellectueel, beeldend en emotioneel).
Ontwikkelingsvoorsprong
Hoogbegaafde
kinderen hebben vaak al op jonge leeftijd een ontwikkelingsvoorsprong op
leeftijdsgenootjes. Met name in intellectueel opzicht. Bij jonge kinderen kan
de intelligentie beter tot ontwikkeling komen als zij opgroeien in een omgeving
waar zij emotioneel en cognitief worden
gestimuleerd. De sociale omgeving voor hoogbegaafde kinderen, en ook
volwassenen, speelt dan ook een belangrijke rol. Het gezin, de school en
vriendjes kunnen een groot verschil maken.
Onderpresteren
Als een
kind hoogbegaafd is, betekent dat echter niet automatisch dat het ook
uitzonderlijk presteert. Er zijn veel kinderen die hoogbegaafd zijn en op
school juist onderpresteren. Soms wordt de hoogbegaafdheid mede daarom niet
herkend.