DCD
Het lijkt vanzelfsprekend dat kinderen vaardigheden als soepel bewegen, een bal gooien en vangen, fietsen, zichzelf aan- en uitkleden, veters strikken, tandenpoetsen, billen afvegen, met mes en vork eten, met een pen schrijven en over een lijn knippen leren. Voor sommige kinderen is dit echter niet zo vanzelfsprekend. Deze kinderen kunnen lijden aan Developmental Coordination Disorder (DCD), oftewel coördinatie-ontwikkelingsstoornis. DCD veroorzaakt een achterstand in de ontwikkeling van motorische vaardigheden en bemoeilijkt het coördineren van bewegingen, waardoor alledaagse taken minder gemakkelijk zijn dan voor leeftijdsgenoten. Kinderen met DCD worden vaak omschreven als "onhandig" en het komt voor bij vijf tot zes procent van de schoolgaande kinderen. Dit betekent dat er in bijna elke klas wel een of meer leerlingen met DCD zijn, waarbij het vaker voorkomt bij jongens dan bij meisjes.